Stijlloos van GeenStijl
Deze maand werd op weblog GeenStijl het ongeluk op 10 juni 2017 voor het centraal station in Amsterdam vanwege de Marokkaanse afkomst van de chauffeur als terroristisch daad bestempeld. De politie zou het daarom willen verdoezelen. Een foto van de chauffeur en zijn persoonlijke gegevens werden door GeenStijl gepubliceerd. Neemt niet weg dat er helaas acht gewonden vielen. Stijlloos van GeenStijl.
Hoe wist GeenStijl dat? Politieonderzoek leidde tot een lek binnen de eigen organisatie. Gelukkig nam korpschef de heer Erik Akerboom afstand hiervan met woorden als ‘stuitend’ en ‘onacceptabel’. Dit wakkert sentimenten en tegenstellingen aan in de samenleving, die toch al onder spanning staat, aldus de heer Akerboom. En ‘dit leidt tot gif dat mensen uitsluit’ en dat iemand ‘feitelijk een terreurdaad in de schoenen wordt geschoven’, een poging iemand ’te beschadigen voor de rest van zijn leven’. Stijlloos van GeenStijl.
Heldere en duidelijke taal van een korpschef.
Dat GeenStijl weinig met journalistiek te maken heeft, wisten we. Maar dat ze ook zover zouden gaan?
De politie heeft bekend gemaakt dat de chauffeur onwel was geworden vanwege zijn suikerziekte. De politie zegt nooit (persoons)gegevens bekend te maken van ongevallen. In hoeverre hij dit ongeval had kunnen voorkomen (voldoende medicijnen innemen), is dus ook niet bekend gemaakt. Meer een vraag voor een medicus dan voor GeenStijl of willekeurige burgers. Stijlloos van GeenStijl.
Wel heeft de politie lessen hieruit getrokken om toch meer informatie te geven bij dit soort ongevallen die op een terreurdaad lijken.
Ernstiger is het dat GeenStijl dit soort dingen ongestraft mag doen. De politie doet geen aangifte en laat dat terecht over aan de chauffeur zelf. Die zal dat wel uit zijn hoofd laten, wetend dat de Marokkanenhaat in Nederland alle ruimte krijgt en met een proces zijn persoonlijke gegevens nogmaals en blijvend in de publiciteit terugkeren.
De GeenStijl-publicatie toont aan hoe de samenleving verder wegzakt in ‘alternatieve feiten’ en haat van welke soort alle ruimte moet kunnen krijgen onder de noemer van vrije meningsuiting. De destijds geroemde tolerantie is omgeslagen in haatcampagnes tegen minderheden. En het wordt gretig gegeten en een deel van de lezers laat zich bij voorkeur heerlijk anoniem gelden in ongeremde scheldkanonnades. Stijlloos van GeenStijl.
Dan de politiek. Inderdaad, die horen we niet. Zoals we van ze gewend zijn. Geen geluid van een premier Rutte (VVD) – aan het adres van GeenStijl en dito denkende mensen – die roept ‘wat voor land willen we zijn?’ en via dezelfde advertentie van destijds laat weten dat degenen die normale omgangsvormen niet accepteren hier geen plaats hebben. En zegt tegen degene die ‘ons land zo fundamenteel afwijst, heb ik liever dat je weggaat’ en ‘Doe normaal of ga weg’. Of op andere momenten ‘Pleur op’ of ‘oprotten’. Maar nee, zijn kranten- en andere boodschappen waren juist en alleen tegen mensen met een buitenlandse oorsprong gericht. Heerlijk ongenuanceerd van een premier, die ons land bij één zegt te willen brengen en houden.
Of de heer Sybrand van Haersma Buma (CDA) die zijn campagne praat over waarden en normen in dit land, maar dit soort GeenStijl-gedrag ongenoemd voorbij laat gaan, want wie weet stoot hij daarmee potentiële kiezers af, die nu op de heer Geert Wilders van de PVV stemmen. Voor welke waarden-en-normen staat de Christelijke partijleider? Joost mag het weten of God of Wilhelmus?
Ook de andere politici horen we niet of nauwelijks in dit soort kwesties. Kennelijk laten zij de afwijzende en bindende reacties op dit waarden- en normloos gedrag aan de korpschef van de nationale politie over.
Zouden politici en hun partijen dan vinden dat dit gedrag inmiddels tot onze landsidentiteit is gaan behoren? Stijlloos van GeenStijl.