Ongeloofsovertuiging ook in Nederland
Ongeloofsovertuiging ook in Nederland
In de Katholieke kerk is misbruik GE-bruik een gewoonte geweest en dat varieerde van onthouding van eten en drinken, belediging en vernedering, mishandeling en dwangarbeid, tot seksueel misbruik. Er zijn bijna geen landen op de wereld te vinden waar dit soort schandalen niet boven water is gekomen.
Extra erg is dat het onderzoeken van dit soort excessen in veel gevallen door de kerk en haar (nationale) vertegenwoordigers stelselmatig is gedwarsboomd, waardoor de slachtoffers met lege handen achterbleven en het zelf maar moesten uitzoeken.
Het laatste dieptepunt vormen de identiek wrede excessen van de Canadese tak van de kerk, waar tussen medio 19e eeuw tot zo’n beetje de laatste eeuwwisseling, inheemse kinderen gedwongen verblijvend in kostscholen het lijdend voorwerp van zijn geweest. Zo’n vierduizend kinderen zouden door die behandeling zijn overleden. De massagraven bij die kostscholen zijn een triest monument van dit wangedrag.
Inderdaad, zoals ook in andere landen het geval is geweest, heeft de overheid minstens een dubieuze rol gehad in het toepassen en toedekken van het misbruik. Maar in de Canadese situatie bestierde de kerk zo’n 60% van de kostscholen.
Het begrip ‘criminele organisatie’ lijkt – wellicht niet in strikt juridische vorm – volledig van toepassing. En, hoewel rijkelijk laat (de Canadese overheid bood haar excuses aan in 2008), zijn de recente excuses van de paus bij zijn bezoek aan Canada op zijn plaats.
Wat opvalt is dat de overheden nauwelijks iets formeels uitspreken tegen de Katholieke kerk. Oh jawel, er zijn commissies benoemd die onderzoeken, maar waarbij de afhandeling door de staat van het onderzoek en de aanpak nu niet bepaald van voortvarendheid getuigen. Oké, er zijn ook goede priesters, nonnen en kerkbestuurders. Ongeloofsovertuiging ook in Nederland
Hoe anders zijn overheden snel in de veroordeling van aanslagen uit naam van de Islam. Niet om die aanslagen goed te praten, maar de politiek doet niets tegen de maatschappelijke veroordeling van de Islam. Dat al onze burgers met een ‘Islamitisch’ uiterlijk (wat dat ook moge wezen) vereenzelvigd worden met terroristen en zich persoonlijk moeten verantwoorden voor aanslagen, is volstrekt discriminatoir. Discriminatie van de Islam en haar waarneembare uitingen worden niet of nauwelijks aangepakt. Sterker nog, we steken de heer Wilders (PVV) in zijn anti-Islam streven een dikke veer in de uitlaat door een Boerkaverbod in wettelijke vorm aan te nemen (ook al vindt er weinig tot geen handhaving plaats). Een op-/insteker (en instinker) van de coalitieregering VVD, CDA, D66 en Christen Unie (Rutte III).
Kunt u zich nog herinneren hoe onze nu jubilerende landleider, de heer Mark Rutte, in 2015 aangaf – na nadenken (?!) – het discriminatieprobleem op de arbeidsmarkt niet te kunnen oplossen? ‘De paradox is dat de oplossing bij Mohammed ligt. (…) Je moet je invechten’, waren zijn legendarische woorden.
In 2019 had hij beter nagedacht en vond hij discriminatie van iemand die bijvoorbeeld Fatima heet ‘stupide’. Deze premier inmiddels kennende, kun je je afvragen of dit een gelegenheidsuitspraak was of een werkelijke ommezwaai in zijn denken. Er is in elk geval weinig concreets te merken van een veranderde visie ten aanzien van deze vorm van discriminatie van Islam-aanhangers en -belijders. En dat terwijl de al dan niet van overheidswege geïnitieerde stapel onderzoeksrapporten ver boven zijn torentje uitsteekt. Ongeloofsovertuiging ook in Nederland
Hoe kan hij wel iets doen tegen deze discriminatie? Spreek de uitzendbranche, werkgeversverenigingen aan op hun zelfreinigend vermogen maar dan wel in concrete, voor iedereen in de samenleving waarneembare, acties. Dat zou een soort van arbitrage kunnen zijn van bij een meldpunt binnengekomen berichten van discriminatie. Meerdere meldingen van overeenkomstige – meestal niet direct bewijsbare – meldingen kunnen dan onderzocht worden en leiden tot het met naam en toenaam bekendmaken van foute werkgevers.
Ook een Haagse veroordeling van geheim onderzoek naar de Islam op gemeentelijk niveau zou minstens op zijn plaats zijn. En dat dan nog los van het blijvend opborrelende institutioneel racisme – eerst zelfs nog ontkennen – door de rijksoverheid en belastingdienst.
Verplicht organisaties om in hun jaarverslag melding te maken van hun VOORTGANG in de bevordering van diversiteit en het tegengaan van discriminatie, ook en met name van moslims.
Discriminatie van Christenen komt weinig voor, maar zou zeker door de regering niet geaccepteerd worden. Discriminatie en haar excessen van Joden evenmin. En volkomen terecht. Maar waarom wordt er dan zo weinig gezegd en gedaan tegen discriminatie van Moslims?
auteur:Guus