Heel makkelijk om weer op de trein te mopperen, maar wat moet je anders.
Gisteren vanuit Den Haag reed de trein niet verder dan Woerden.
Volkomen wezenloos loop je op een station op zoek naar informatie en hulp.
Ik reis niet elke dag, maar ik zie toch die wezemloze blikken. Een soort van
gelaten opstelling. Ik maak mijn keuze, dan maar naar Woerden. vanaf Woerden rijden er bussen en snelbussen.
Ik bel mijn vrouw en die is bereid mij in Woerden op te halen.
Mijn baas betaalt dus ik kan eerste klas reizen. In de coupe zit ook nog een wat ouder stelletje, waarvan de man lichtelijk doof is.
Voor hem is het helemaal een hel omdat hij fragmentarisch de berichtgeving verstaat.
Nog verwarrender is de digitale omroepster die gewoon steevast beweert dat we nergens last van zullen hebben
en de trein als eindbestemming Utrecht zal hebben.
De machinist, of wie dat dan ook doet, moet omĀ de tien minuten de digitale omroepster weer corrigeren.
De bijna dove man reageert wisselend op de verwarrende berichtgevingen.
Zie je wel lacht hij naar zijn vrouw, het is al weer opgelost.
Ik bemoei me er mee en leg hem uit dat de digitale boodschappen niet actueel zijn.
We moeten via Leiden schreeuwt hij naar mij.
Nee, we gaan naar Woerden brul ik terug.
Ik moet naar Utrecht klinkt zijn monotome stem.
Alles komt goed, brul ik terug.
Zijn vrouw lacht.
Mijn hemel, nu snap ik het, als ze niet eens de automatische omroepster kunnen uitschakelen, dan snap ik waarom
ze een eeenvoudige storing niet kunnen oplossen.
Ineens schiet het me te binnen dat in de ochtend de trein richting Den Haag een vreemde rembeweging maakte en
net voor Woeredn voor een seinstop even bleef staan.
Misschien heb ik en de andere passgiers wel enorm veel mazzel gehad.
Geen ongeluk gebeurd, dus toch maar dank je wel zeggen.
Blij dat ik vrouw en kinderen weer mag begroeten laat ik het Woerdense station achter me.