je kan nog even paffen in de kroeg
Wat een geruststelling. Mijn longen gecombineerd vullen met de slechte ranzige adem van andere cafégangers.
Niks lekkerder dan een tongzoen van een asbak, gewoon asbest.
We stellen de rooklegging nog even uit voor de drooglegging van het debat.
Waarom deze vertraging? Onduidelijk één groot rookgordijn. Ook de eenmanskroegen moeten gezond.
De tijd dat we rookten in trein, bibliotheek en bioscoop lijkt ver weg, maar schijn bedriegt.
Als je ballen hebt dan zorg je dat er nergens meer een sigaret te koop is. Laat de ballen maar in de ijskast, de schatkist tiert welig op verslavingen van welke aard dan ook. We mogen roken tot onze longen vanzelf naar buiten komen om eigenhandig wat frisse lucht te krijgen. We mogen onze kinderen laten zuipen tot ze in coma raken en zien de laveloze tienermeiden lallen en sexen op het intenet.
In 1972 ging ik naar mijn huisarts en kon je in zijn wachtkamer gewoon een sigaret opsteken tussen de benauwde zieken.
De dokter himself zat wit weggetrokken met een sigaret in zijn mond en zijn “zuighemleeg” pen was al aan het schrijven.
Onbegrijpelijk maar geaccepteerd tot op je laatste longblaasje.
Heb ik wat tegen roken, nee hoor. Laat mensen roken waar ze willen als ze mij maar niet laten mee roken.
Voor het artikel op nos.nl druk hier.