Verminderingen, vertrouwen in de politiek (3)
Verminderingen, vertrouwen in de politiek
We herinneren ons nog de onbehouwen afwending van de heer Ad Melkert (PvdA) van de heer Pim Fortuyn tijdens een tafelgesprek op televisie (2002). Deze actie was het schoolvoorbeeld van de arrogantie van een gevestigde partijleider tegen een nieuwkomer die de manier waarop de gevestigde partijen politiek bedreven. De opkomst van de heer Fortuyn was een forse uiting van de onvrede in de samenleving met het gangbare politieke gedrag, zeker naar de kiezer.
De gevestigde partijen wilden graag meer aansluiting vinden bij de kiezer (toen al niets nieuws), maar wisten niet hoe, of dachten dat ze nog steeds macht hadden over de kiezer en dat zo’n fenomeen als Fortuyn wel zou overwaaien. Dat minachtende gedrag van de traditionele politieke partijen is grotendeels hetzelfde gebleven. Daar waar de PVV van de heer Geert Wilders bleef als blijk van onvrede van de burger, leidde dit tot een meeveren met het aanbod van die PVV en later Forum voor Democratie, etc. om kiezers niet van zich te vervreemden, wat wel het huidige resultaat is geworden als we het dalende vertrouwen in de politiek zien.
Het verlangen naar verandering binnen de bevolking werd sinds Fortuyn sterker, maar de grote politieke partijen wisten niet te leveren of wilden dat niet. In de daarop volgende decennia is dit omgeslagen in wantrouwen in de politiek en haar instituties (belastingdienst, UWV, toezichthouders, etc.).
Wat kunnen de politieke partijen nog bieden na de verzuiling (de religieuze koppeling aan de maatschappelijke instituties van kerk, zorg, onderwijs, verenigingsleven tot en met de politiek). Laten we de politieke partijen even nalopen.
Het Christen-Democratisch Appèl (CDA) toont weinig (Christelijke) naastenliefde in hoe zij met burgers en bijvoorbeeld asielzoekers omgaat, maar ook toenemend met elkaar binnen de partij (o.a. laatste partijleidersverkiezing met de heren De Jonge en Omtzigt, en een triomferende heer Hoekstra). Kortom, streep die ‘C’ maar gerust weg.
Wat heeft de Partij van de Arbeid betekend voor de werkende mens? In Rutte II heeft deze partij onder leiding van de heer Lodewijk Asscher de arbeidsmarktflexibilisering ingezet waar de werkgevers hem nog heel lang dankbaar voor zijn. De werknemers werden een speelbal van het doorgeschoten marktdenken en konden zich geen lange-termijn-denken en -doen permitteren (hypotheek, scholing, etc.). En de PvdA hebben zich niet geroerd in de daarop volgende discussie over de maaltijdbezorgers en verzorgenden die geen dienstverbander mochten zijn en als zzp-er werden uitgebuit. Het was de rechter (en tot op heden niet de politiek) die moest bepalen dat het echt werknemers waren met werknemersrechten volgens de geldende arbeidswetgeving. Dus laat die ‘A’ maar achterwege.
En hoeveel vrijheid wil de partij Voor Vrijheid en Democratie aan burgers geven als zij tijdens de campagne voor de verkiezingen van 2017 met geen woord spreken over de dividendbelasting en na de vorming van het kabinet Rutte III het verrassende konijn uit de politieke hoge hoed toveren van deze belastingafschaffing voor met name Shell en haar aandeelhouders? Om naar niet te spreken over de kindertoeslagenaffaire, het failliet van de belastingdienst, de per Rutte-kabinet verder uitdijende woningcrisis, de asielcrisis en zo kan ik nog wel uren doorgaan.
D66 heeft als oppositiepartij nog lang geprofiteerd van dat ze een kans konden krijgen. Maar de tijden van de heren Van Mierlo en Terlouw liggen ver achter ons. En het nieuwe leiderschap van mevrouw Kaag is totaal ongeloofwaardig, als zij als lid van het vorige kabinet Rutte III naar huis gestuurd wordt, aansluitend ook nog eens publiekelijk afscheid neemt van de heer Rutte en dan na een veel te lange formatie weer heerlijk warm in het pluche tegen dezelfde heer Rutte aan gaat schurken. Het begrip Kaag-tafel is inmiddels niet meer weg te denken. Dus als je op een sterke tafel danst, sta je boven de anderen?
Er is dus veel geminderd en het gezag was dus allang weg, maar de macht nu eveneens!
1 vertrouwen in de politiek of niet
2 Vertrouwen in de politiek 2 de nieuwe bestuurscultuur
3. Vermindering vertrouwen in de politiek 3
Auteur Guus