Oud grijs en versleten.
Auwt, gries en verschlete.
Auwt, gries en verschlete. Deze regel zong mijn van oorsprong Limburgse vader vaker. Het komt uit een liedje van de Sittardse Zefke Mols en verwoordt precies wat mevrouw Conny Helder, onze inmiddels demissionaire minister van langdurig zorg, met haar plannen uitdraagt.
Ouderen, u bent oud, grijs en versleten, en wij als overheid zijn niet bereid om te zorgen dat u op een humane manier oud kunt worden en sterven, want het wordt allemaal veel te duur. U kost (teveel) geld en brengt niets op. Kortom, zorg maar eens voor jezelf, want wij gaan het niet meer regelen.
Geen nieuw geluid natuurlijk. In de jaren zeventig van de vorige eeuw bedacht professor doctor Hattinga Verschure de term ‘mantelzorg’, daarmee doelend op zorg die onbetaald door de directe omgeving van de zorg-/hulpbehoevende patiënt wordt verleend. Door de politiek vertaald als ‘zoek het maar lekker zelf uit’ door je directe omgeving in te schakelen. Al is er op zich niets mis mee als je omgeving bijspringt, het illustreert hoe de politiek zich in toenemende mate kon terug trekken van (professionele) zorg- en hulpverlening aan mensen/burgers die het zelf niet meer konden redden. Niet voor niets is de term ‘mantelzorg’ tot mantra van de bezuinigende politiek geworden en verworden. Oud grijs en versleten
Via demografische cijfers wist de politiek al meer dan een halve eeuw geleden dat de naoorlogse geboortegolf tot de huidige vergrijzing zou leiden. In 1997 wilde toenmalig politicus Wim Kok een financiële meevaller van de overheid in een nieuw te starten AOW-fonds stoppen om daarmee de AOW betaalbaar te houden. Verder is er weinig constructiefs gedaan of gedacht.
Er zijn wel heel veel bezuinigingen doorgevoerd in al die kabinetten van verschillende signatuur. Effect was dat zorgwachtlijsten groeiden en gediplomeerde zorgverleners werden ontslagen en bijna nooit meer terug kwamen, ondanks allerlei op hen losgelaten herintredersinitiatieven.
En even zo vaak werden die bezuinigen ten dele weer teruggedraaid, maar moesten er weer extra zorgverleners worden opgeleid om de ‘nieuw’ beschikbare gelden ook te kunnen benutten. Dat lukte vaak niet en dus was er per saldo toch weer geld bespaard: bezuinigd!
Uiteraard wil mevrouw Helder inzetten op meer technologie. Ziet u al hoe dementerende ouderen een cursus ‘omgaan met uw digitale zorgverlener’ gaan volgen? Wel zelf betalen hoor, want daar heeft deze liberale minister geen geld voor. En de Drion-pil (het pleidooi van de jurist de heer Drion in 1991 voor een pil waarmee je je voltooide leven zelf zou moeten mogen beëindigen)? Dat is dan weer te liberaal voor deze VVD-minister van ‘langdurig aan je lot over laten’. Al vindt ze kennelijk het leven van een oudere niets waard om veel geld aan uit te geven. Anders gezegd: de overheid vindt uw leven voltooid als het meer kost dan waar wij geld voor over hebben. Oud grijs en versleten
Dus probeert mevrouw Helder extreem helder te maken dat ‘je identiteit foetsie [is] als je in een verpleeghuis terecht komt’, zonder je eigen spulletjes om je heen. Dus deze minister wil geld uitsparen aan een verloren generatie door ze thuis gezellig ’tussen de eigen spulletjes’ te laten creperen om, als je professionele zorg nodig hebt, dit aan de kinderen en je buren over te laten (met alle risico’s van dien). En als die dat om wat voor reden niet kunnen (bijvoorbeeld: je hebt geen kinderen of kunt het niet met je buren zo goed vinden dat ze ‘jouw billen willen wassen’) mag je versterven (geen eten en drinken) tussen je eigen spulletjes. Dat noemen we nu een ‘minister van niks’.
Ook al heeft u gezond geleefd (veel bewegen/sporten, niet roken, letten op vetten, niet of zeer matig alcoholgebruik, etc.), maar kunt u vroeg of laat niet ontkomen aan ouderdomsverschijnselen die zorgverlening noodzakelijk maken, dan kunt u rekenen op een politieke overheid die u per saldo uit de roulatie van de samenleving neemt. Uw economische slijtage is te groot, dus weg ermee.
Als dat geen geruststellende gedachte achter de geraniums is! Maar ja, wie geeft ze water als u dat niet meer kunt?
Deze regel zong mijn van oorsprong Limburgse vader vaker. Het komt uit een liedje van de Sittardse Zefke Mols en verwoordt precies wat mevrouw Conny Helder, onze inmiddels demissionaire minister van langdurig zorg, met haar plannen uitdraagt.
Ouderen, u bent oud, grijs en versleten, en wij als overheid zijn niet bereid om te zorgen dat u op een humane manier oud kunt worden en sterven, want het wordt allemaal veel te duur. U kost (teveel) geld en brengt niets op. Kortom, zorg maar eens voor jezelf, want wij gaan het niet meer regelen.
Geen nieuw geluid natuurlijk. In de jaren zeventig van de vorige eeuw bedacht professor doctor Hattinga Verschure de term ‘mantelzorg’, daarmee doelend op zorg die onbetaald door de directe omgeving van de zorg-/hulpbehoevende patiënt wordt verleend. Door de politiek vertaald als ‘zoek het maar lekker zelf uit’ door je directe omgeving in te schakelen. Al is er op zich niets mis mee als je omgeving bijspringt, het illustreert hoe de politiek zich in toenemende mate kon terug trekken van (professionele) zorg- en hulpverlening aan mensen/burgers die het zelf niet meer konden redden. Niet voor niets is de term ‘mantelzorg’ tot mantra van de bezuinigende politiek geworden en verworden. Oud grijs en versleten
Via demografische cijfers wist de politiek al meer dan een halve eeuw geleden dat de naoorlogse geboortegolf tot de huidige vergrijzing zou leiden. In 1997 wilde toenmalig politicus Wim Kok een financiële meevaller van de overheid in een nieuw te starten AOW-fonds stoppen om daarmee de AOW betaalbaar te houden. Verder is er weinig constructiefs gedaan of gedacht.
Er zijn wel heel veel bezuinigingen doorgevoerd in al die kabinetten van verschillende signatuur. Effect was dat zorgwachtlijsten groeiden en gediplomeerde zorgverleners werden ontslagen en bijna nooit meer terug kwamen, ondanks allerlei op hen losgelaten herintredersinitiatieven.
En even zo vaak werden die bezuinigen ten dele weer teruggedraaid, maar moesten er weer extra zorgverleners worden opgeleid om de ‘nieuw’ beschikbare gelden ook te kunnen benutten. Dat lukte vaak niet en dus was er per saldo toch weer geld bespaard: bezuinigd!
Uiteraard wil mevrouw Helder inzetten op meer technologie. Ziet u al hoe dementerende ouderen een cursus ‘omgaan met uw digitale zorgverlener’ gaan volgen? Wel zelf betalen hoor, want daar heeft deze liberale minister geen geld voor. En de Drion-pil (het pleidooi van de jurist de heer Drion in 1991 voor een pil waarmee je je voltooide leven zelf zou moeten mogen beëindigen)? Dat is dan weer te liberaal voor deze VVD-minister van ‘langdurig aan je lot over laten’. Al vindt ze kennelijk het leven van een oudere niets waard om veel geld aan uit te geven. Anders gezegd: de overheid vindt uw leven voltooid als het meer kost dan waar wij geld voor over hebben.
Dus probeert mevrouw Helder extreem helder te maken dat ‘je identiteit foetsie [is] als je in een verpleeghuis terecht komt’, zonder je eigen spulletjes om je heen. Dus deze minister wil geld uitsparen aan een verloren generatie door ze thuis gezellig ’tussen de eigen spulletjes’ te laten creperen om, als je professionele zorg nodig hebt, dit aan de kinderen en je buren over te laten (met alle risico’s van dien). En als die dat om wat voor reden niet kunnen (bijvoorbeeld: je hebt geen kinderen of kunt het niet met je buren zo goed vinden dat ze ‘jouw billen willen wassen’) mag je versterven (geen eten en drinken) tussen je eigen spulletjes. Dat noemen we nu een ‘minister van niks’.
Ook al heeft u gezond geleefd (veel bewegen/sporten, niet roken, letten op vetten, niet of zeer matig alcoholgebruik, etc.), maar kunt u vroeg of laat niet ontkomen aan ouderdomsverschijnselen die zorgverlening noodzakelijk maken, dan kunt u rekenen op een politieke overheid die u per saldo uit de roulatie van de samenleving neemt. Uw economische slijtage is te groot, dus weg ermee.
Als dat geen geruststellende gedachte achter de geraniums is! Maar ja, wie geeft ze water als u dat niet meer kunt?