De politiek kan zoveel meer doen aan discriminatie
De politiek kan zoveel meer doen aan discriminatie
Wat doet de politiek tegen discriminatie? Niet veel! Een gelegenheidsoprisping bij het zoveelste incident van een uitgelekte email van een discriminerende werkgever die een sollicitant niet moet. Of bij het zoveelste rapport van uitzendbureaus die aan de discriminerende verzoeken van werkgevers willen voldoen om maar winst te kunnen maken. Of na het etnisch profileren van bekende, gekleurde Nederlandse mede-burgers. Of als een voetballer veel stampij maakt van discriminerende bejegeningen vanuit het publiek. En zo’n oprisping is nooit meer dan schande-uitspraken, verder wordt er niets mee gedaan.
Wel driftig in verkiezingsprogramma’s aangeven dat ze er zijn voor ALLE Nederlanders en dan een dikke punt. De politiek kan zoveel meer doen aan discriminatie.
Premier Rutte (VVD) gaf in 2013 in de aanloop naar het Sinterklaasfeest, breed lachend over zijn vondst, aan ‘Zwarte Piet is nu eenmaal zwart, daar kan ik niets aan veranderen’. En zijn minister Bussemaker (PvdA; Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, waaronder Emancipatie?!) gaf aan dat de Sinterklaasintocht een lokale aangelegenheid is, en daar gaat het rijk niet over. Ook briljant gevonden.
In 2007 werd de huidige premier als toenmalig staatssecretaris voor sociale zaken zelfs veroordeeld voor rassendiscriminatie omdat hij gemeenten had aangezet Somalische inwoners extra te controleren. En in 2019 verdedigde de premier dat hij er – net als in 2017 – niets aan ging doen, want ‘het is […..] een illusie te denken dat de politiek het allemaal kan oplossen.’ Straatje weer schoon en dus einde discussie!
Pas bij de herdenking van de slavernijafschaffing dit jaar, spreken ChristenUnie en D66 hun regering aan om excuses aan te bieden voor het Nederlandse slavernijverleden. En D66-minister Van Engelshoven (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) zegt, op de Keti Koti-bijeenkomst van 1 juli 2020 in het Amsterdamse Oosterpark, dat de regering de taak heeft ‘ongelijke behandeling en uitsluiting te voorkomen’. Discriminatie en racisme wordt in NL nog onvoldoende erkend, aldus deze verantwoordelijke minister.
Prachtige woorden die geen cent waard zijn, als je zelf als minister en/of regeringspartij niets doet. De politiek kan zoveel meer doen aan discriminatie
En fractieleider Heerma van het CDA gaf enkele dagen geleden nog aan ‘niet overtuigd [te zijn] van de noodzaak om na 150 jaar excuses te maken’ voor het Nederlandse slavernijverleden. Vanuit Christelijk oogpunt van naastenliefde heeft hij natuurlijk volkomen gelijk; 150 jaar is ook veel te kort om nu al je excuses aan te bieden. ChristenUnie, D66 en Groen Links vinden de tijd nu wel rijp voor die excuses, maar doen dat ook zelf niet.
Oké, de heer Rutte is tot een ander inzicht gekomen ten aanzien van discriminerende gevoelens rond zwarte piet. En natuurlijk heeft hij o.a. de voetballende heer Ahmad Mendes Moreira van Excelsior bij hem uitgenodigd naar aanleiding van de gezongen sinterklaasliedjes en oerwoudgeluiden van de Den Bosch-aanhang. En ook heeft hij inmiddels gesprekken gevoerd met gekleurde mede-burgers naar aanleiding van de demonstraties tegen racisme in NL. Maar helaas is dat niet voldoende, want dat zijn geen excuses en geen daad-werkelijk standpunt tegen racisme en discriminatie.
De voorbeeldfunctie van de politiek wordt daarmee onderschat. Terecht, aldus de premier, kun je dit niet met wetgeving (alleen) oplossen. Maar spreek je uit tegen een Forum voor Democratie (de heer Baudet) en Partij voor de Vrijheid (de heer Wilders) als zij foute uitspraken bezigen, en ga zeker niet de deur open laten voor enige vorm van samenwerking met deze partijen. Spreek je uit tegen uitwassen als discriminatie en racisme, geef aan dat dat niet kan in NL, voer een diversiteitskeurmerk in voor uitzendbureaus (door en via hun koepel) en werkgevers (door VNO/NCW), door woningbouwverenigingen en huisverhuurders, etc. En zorg voor een landelijke jaarrapportage van uitzendbureaus, werkgevers, woningverhuurders, etc. die zich wel/uitstekend en kennelijk niet aan de wet houden om niet te discrimineren.
Daarmee breng je een positieve gedachtewisseling op gang en zullen burgers elkaar ook aanspreken op foute uitspraken en dito gedrag. Daar hoef je als regering dus maar heel weinig aan te doen, want je spreekt de discriminatoren zelf aan op verbetering van hun gedrag. Geen onder-scheid, omdat je daarmee jezelf onder-schijt!
Auteur: Guus