Hans de Boer heeft gelijk
Hans heeft altijd gelijk, goed hij is wat anders, maar dat went van zelf. Hans durft te zeggen wat hem dwars zit. Hij durft zijn vinger op de zwakke, lees zere, plek te beuken. Zijn groezelige vingertjes steken diep in het luie vlees van de labbekak als ware het zijn barbecue vork van de Lidl.
Hij heeft gelijk dat de luie uitkeringstrekkers ook wel asperges uit de grond kunnen trekken zodat hij deze op zijn verguld bordje kan overgieten met een geil botersausje.
Hans de Boer weet het heel goed. Hij weet dat alles wat niet werkt, niet deugt. Repareren moet je niet doen, een schop kunnen ze krijgen en het liefst ook geen WW. Het is zo vreselijk makkelijk om de toch al zwakkeren aan te pakken. De Wilders retoriek klinkt als een klok zelfs uit Hans zijn mond.
Meneer Hans vergeet dat de mensen met de hoogste inkomens vaak ook die mensen zijn die de labbekakken hebben veroorzaakt. Met list en bedrog hebben ze zich zelf weten te verrijken zonder ook maar één dag een kriebelig gevoel te hebben.
De labbekakken van de samenleving bevinden zich juist ook onder het zogenaamde werkvolk met een inkomen ver boven de Balkenende norm.
Vroeger en nu ook hadden we de bekende grappen over Surinamers die hard weg renden van de banen die ze werden aangeboden, zoveel is er niet veranderd.
Meneer Hans heeft gelijk er zijn labbekakken en hij is daar eentje van.