Help niet schieten
Brussel code rood, wij natuurlijk oranje. De angst zit er goed in. Is dat raar? Echt niet, wat er in Parijs is gebeurd maakt ons bang en angstig. Elke stoere priet praat heeft geen zin.
De klopjacht begint en menig onschuldige kan opgepakt worden op welke gronden dan ook.
In de tijd van het gijzeldrama door molukkers kwam ik de trein niet meer in. Tja, zwart haar redelijk platte neus in no time ben je een notoire terrorist op zoek naar zijn volgende slachtoffers.
Daar helpt niets tegen, de toon is gezet en het is maar hopen dat er geen onschuldige slachtoffers vallen.
Je loopt niet meer rustig langs een samengeraapt groepje van marokkanen met de verkeerde vesten.
Hard lachen en minzaam kijken ze naar je, tenminste dat denk je. Het voelt niet goed, maar je doet het toch, je loopt er wat verder omheen. Het is de angst die regeert die ons verder verlamd in onze sociale acties. Buitenlanders met een te grote jas die naar de bioscoop willen, dat kan niet goed zijn. Een marokkaan in de Albert Heijn, verdacht echt verdacht. De Lidl, okay dat kan.
Wat bekrompen wordt je van dze achterlijke situatie veroorzaakt door achterlijke mensen.
Het drukt Linkelinks op de verkeerde linkse kant en dwingt je te zoeken naar de humor en niet naar de tumor.
Niet iedereen kan een verdachte zijn, niet iedereen kunnen we controleren. Niet elk gebouw is te beveiligen, niet alle mensen zijn te beschermen.
Elke achtergelaten plastic zak in de trein is bijna wereldnieuws. Ik neem me voor goed op mijn spullen te letten, maar vooral eerst onder de stoel te kijken van de al vertrekkende trein. Het enige wat ik zie is kauwgum, geen kneedgum, geen koffer.
Hoe lang deze angst blijft bestaan valt niet te voorspellen en dat geld net zo goed voor een volgende aanslag.
Op deze manier reizen we van incident naar incident.
Een overheid die zich alleen tegen aanslagen uitspreekt, laat zijn leidende rol in het tegengaan van on-rust en stereotypische uitvergotingen in de samen-leving liggen en dat is een gemiste kans.