Pensioen terug naar 65 jaar
Pensioen terug naar 65 jaar. Heerlijk zo’n idee. Terug naar AF. Die goede oude tijd. Je hele leven uitkijken naar dat moment dat je eindelijk uit de roulatie genomen kan worden. Of jezelf uit de productie haalt. Tuurlijkis dat verdient en tuurlijk: hoe eerder hoe liever. Want het gros van de mensen die ik ken hunkert zich vanaf maandagochtend dat de wekker afloopt naar het volgende vrije weekeinde (voor onregelmatige dienstwerkers ligt de maandagochtend alleen anders).
Van 50plus, SP en PVV weten we dat zij de tijd willen terugdraaien, maar hoe? Op grond van allerlei prognoses over de betaalbaarheid van onze pensioenen, nu en in de toekomst, is – mede gevoed door de babyboomersgeneratie – becijferd dat we de pensioengerechtigde leeftijd omhoog moeten doen. En zo is ook gebeurd. Over het tempo en tot hoever kun je stoeien, maar dat er iets moest gebeuren was duidelijk.
Zo is er vanaf 2013 langzaam, maar zo zeker als wat, een geleidelijke stijging van de AOW-gerechtigde leeftijd afgesproken en gerealiseerd. Het jaar 2023 moeten we dan de AOW-leeftijd op 67 jaar kunnen afsluiten. Voor daarna zal gekeken worden naar de levensverwachting van de mens en zal die AOW-leeftijd hoogstwaarschijnlijk daaraan worden gerelateerd.
Oké, dus als je nu toch wilt terugdraaien, wat voor effect heeft dat dan. Als je vanaf bijvoorbeeld 2018 besluit de AOW-leeftijd weer naar 65 jaar te doen, dan betekent dat dat er een uitstoot van arbeidskrachten plaatsvindt. Over welke beroepen we het dan hebben? Niets over gehoord. Of we daarmee de werkloosheid kunnen verminderen? Zou het niet weten? Kortom of we een arbeidsmarktprobleem oplossen of creëren (sluit vraag en aanbod op elkaar aan?) niemand die er iets zinnigs over heeft geroepen.
Los daarvan. mensen die eerder van de V.U.T. gebruik maakten kijken bij de stijgende AOW-leeftijd vaker tegen een inkomensgat aan, want hun AOW-recht ging later in terwijl de V.U.T.-regeling onverwacht stopte of niet werd aangevuld met de AOW-uitkering. Daar heeft de overheid een overbruggingsregeling voor in het leven geroepen maar die vult aan tot het minimumniveau.
Daarnaast hebben veel mensen al tot op een latere datum een werkloosheids– of andere sociale verzekeringsuitkering ontvangen, dan wel salaris gekregen. Wat doen we daarmee? Alles terugdraaien? Of heet dat ‘pech hebben’. Uiteraard voor de mensen die er financieel bij ingeschoten zijn is dat ondoenlijk. Bijvoorbeeld, betaal die overbruggingsregeling maar weer terug en ontvang alsnog AOW over die periode, of praktischer: verreken beide achter de schermen en betaal het resterende tegoed alsnog uit. Of betaal de werkloosheidsuitkering terug aan het UWV en ontvang alsnog je AOW plus het aanvullend ouderdomspensioen uit. Leuke uitdaging voor de pensioenfondsen waar door deze verschuiving hun lasten nu groter zijn en worden en dus de dekkingsgraad (volgens rekenmethode berekende bezit plus inkomsten in verhouding tot lasten en uitgaven nu en in de toekomst) nog later uitpakt, waardoor de overheidsregels eisen dat de pensioenen lager worden.
Overigens geldt dat laatste – zij in mindere mate – als de pensioenrechten pas voor de groep geldt die per 1 januari 2018 met 65 jaar blijkt te zijn.
Gek maar over dit soort vragen hoor ik geen enkele politieke partij. Weten ze het niet of willen ze het niet? Anders gezegd: wat houdt het in als je (ver)kiest om de AOW-leeftijd naar 65 jaar terug te brengen?