Campagne(1) belofte maakt schuldig
Campagne(1) belofte maakt schuldig
Beloften van politici moeten vaak met hele pakken zout worden genomen. In verkiezingscampagnetijd is de belofte snel gedaan en na de verkiezingen verbleken de beloften als het koraalrif door klimaatverandering.
Nu er, na de heer Rutte, een hele sloot andere politici in zijn kielzog zijn vertrokken, alsof hun levensdoel om deze premier weg te krijgen eindelijk is behaald, kan er de belofte van een schoon schip aan de horizon verschijnen.
Maar wat moet er dan gebeuren? Allereerst zal het zo moeten zijn dat in de verkiezingstijd reële beloften worden gemaakt. Dus geen belofte van duizend euro netto voor elke inwoner van Nederland (VVD). Of dat we de pensioengerechtigde leeftijd terugbrengen naar 65 jaar (PVV). Of dat het oude ziekenfonds weer gaat terugkeren (SP). Dat soort beloften appelleert aan reactionaire gevoelens van ‘vroeger was alles veel beter’ en die situaties komen echt niet meer terug. Bekt lekker, maar zal nooit door een meerderheid worden omarmd. En je hebt die laatste stap naar een ver verleden ook niet nodig om het huidige ziektekostenstelsel te verbeteren. Maar evenmin is het passend om na een verkiezingsperiode een onbekend konijn uit de hoge hoed te toveren en dan vast te houden aan de afschaffing van bijvoorbeeld de dividendbelasting (VVD).
Doe je een voorstel voor verbetering (uiteraard!) dan hoort daar – zeker bij een totaalplaatje van verkiezingsbeloften – ook een plan bij wat de voordelen en nadelen zijn en hoe je dat gaat financieren en realiseren. Dus een doorrekening door het Centraal PlanBureau (CPB) van verkiezingsprogramma’s of plannen, maar ook door het Planbureau voor de Leefomgeving en/of het Sociaal Cultureel Planbureau (daar zijn ze voor, inclusief een voortgangsmeting).
En wat is belangrijker voor je als politieke partij? Dus een keuze met een 1 is het belangrijkst en geef aan of daar wel, weinig of geen ruimte voor onderhandeling in zit na de verkiezingen. Iets minder waardevol wordt een 2, en zo verder.
En dan ook nog eens zodanig dat iedere burger, ook degenen die geen economie gestudeerd hebben, herkennen wat ze op welk terrein aan verworvenheden inleveren om dat tot werkelijkheid te maken.
Wanneer na de verkiezingen de coalitiebesprekingen starten, dan zie je waar zij tot een compromis moeten komen, in hoeverre zij daarbij geweld aan hun eerdere beloften doen en hoe die zich verhouden tot die verworvenheden. in verkiezingsdebatten wordt ieders positie dan helderder. Dat is pas reëel zaken doen. Transparant, of beter: volkomen herkenbaar, eerlijk en betrouwbaar.
De oude vertrekkers en de nieuwe gezichten houden de belofte in dat er een omslag gemaakt kan worden in het politieke denken en doen. Toch dragen veel van de gevestigde partijen de schuldige keuzes uit het verleden op hun nekken en schouders. Dus als zij als politieke partij vernieuwing wensen en tot stand willen brengen, dan zullen ze aantoonbaar moeten maken op welke ‘wijze’ wijze zij dat gaan realiseren. Kortom, geen kreten als ’transparant’, ‘betere bestaanszekerheid’, ‘politieke cultuuromslag’, ‘dichten kloof burger en overheid’, ‘samen’ of ‘met elkaar’, en ga zo nog maar een tijd door, maar hoe concretiseer je die termen en kreten in voor ieder herkenbare vormen, gedragingen en besluiten. En geef in een regelmatige voortgangsrapportage weer wat je daarvoor hebt gedaan en waarom het nog niet gelukt is om dat te realiseren.
Op die manier is een verkiezing realistischer dan een verkiezingswijzer invullen op grond van onwerkelijke beloften en wensdenken (die soms niet eens zo ver uit elkaar blijken te liggen) van politici en hun partijen.
Dus echte respectvolle debatten en geen scheldend soebatten tijdens de campagne. Het gaat om de inhoud en niet om een of meerdere personen af te branden.
En na die verkiezingen begint het pas!
Auteur: Guus