Discriminatie maar hoe zit het met mij
Discriminatie maar hoe zit het met mij
Discriminatie en racisme liggen dicht bij elkaar. En ook al ben ik er tegen, ben ik er wel vrij van? Ook ik vond het racisme-verwijt bij zwarte piet destijds niet terecht, zeker toen ‘mijn’ slavernijschuldigheid erbij werd gesleept. Daarvoor was ik al tegen racisme en discriminatie, dus kom daar nu niet mee aanzetten, reageerde mijn ego.
Pas door het delen van de ervaringen van gekleurde mensen – zonder directe verwijten aan mijn adres – begon ik begrip op te brengen voor de symbolische onderdrukking van gekleurde mensen die eruit sprak. Discriminatie maar hoe zit het met mij.
Dat zette mij ook aan het denken over het verschil van je streefgedachten en je werkelijke denken en doen. Ik ben voor wereldvrede, maar weet ook dat dat nooit bereikt zal worden. Dat maakt het voor mij niet minder nastrevenswaardig. Zo was en ben ik ook tegen rassendiscriminatie, maar ik ben wel gaan beseffen dat ik daar wellicht ook niet helemaal of helemaal niet vrij van ben.
Jaren geleden zag ik een Engelse documentaire waarbij zwarte schooljongens onbewust werden benaderd als de sterke jongens die in de sport zouden uitblinken. En dat deden zij ook, maar daarmee werden hun intellectuele capaciteiten niet eens bekeken, laat staan aangewend of ontwikkeld. Dus geen of weinig hoger onderwijs, maar meer de krachtberoepen werden door het onderwijs geselecteerd voor deze groep. Onbewust en zonder negatieve oogmerken werd daarmee een zichzelf waarmakende voorspelling gecreëerd dat voor velen de gekleurde mensen – voorzichtig uitgedrukt – minder intelligent waren en niet konden studeren.
Toen ik als tiener het journaal bekeek zag ik de rassenrellen in de USA en schaamde ik me dat ik wit was. Dat werd wel wat minder toen ik een paar straatvoetbalvrienden uit Suriname sprak die een Chinese moeder en Creoolse vader (of andersom) hadden en na hun uitleg zag ik het verschil (wat me eerder niet was opgevallen), maar dat deze twee groepen in Suriname moeilijk samen gingen, zoals ook de Hindoestanen en Creolen wederzijds spanningen hadden, was voor mij compleet nieuw. Gekleurde mensen die andere gekleurde mensen discrimineerden? Het was toch wit tegen zwart? Een beperkte ordening ‘zwart-wit’ kon ik hanteren, maar dit ging me (toen) te ver. Totdat ik toentertijd in het licht van de a.s. zelfstandigheid meer las over de Surinaamse bevolkingssamenstelling en achtergronden. Discriminatie maar hoe zit het met mij
En nog steeds zal ik bewust of onbewust onderscheid maken binnen de stereotyperingen die ons zo bekend zijn. Als ik hele dikke mensen zie die een ijsje likken, patatje rammen of suikerrijke frisdranken of chipsvarianten kopen, is mijn eerste impuls ‘ja, dat moet je dus niet doen!’ Maar direct ben ik me meer bewust van dat automatische mechanisme waar ik vanaf wil, maar wat me toch maar niet lukt. Dus bedenk ik in tweede instantie ‘maar het kan zijn dat dit het eerste ongezonde (?!) ding is dat zij of hij zich in maanden permitteert’. Of besef dat er ook sprake kan zijn van een schildklierprobleem, waar iemand helemaal niets aan kan doen. Toch is het verrekte moeilijk die eerste impulsgedachte eruit te krijgen, dat lukt me maar niet!
Ongetwijfeld zal ik zo ook wel (on)bewuste beeldvorming hebben over gekleurde mensen, hoe goed ik probeer dat niet te doen. En besef ik dat ik daarmee niet slecht ben, maar ik kan het nog steeds niet ‘goed’ vinden van mijzelf.
Bewustwording van mijn feitelijke denken en van de effecten van beeldvorming is de sleutel tot een andere kijk op je medemens. Ook al ben ik wel bang dat ik iets verkeerds zeg of doe naar een gekleurde mens. Wel hoop ik, wanneer iemand mij bewust maakt van die gekleurde bril van mij, dat diegene dat niet te hard brengt maar begripvol. Ook al hebben gekleurde mensen lang niet altijd begrip gekregen voor hun belevingen, waar ik nog steeds (plaatsvervangende) schaamte voor voel. Sorry, ik moet nog steeds veel leren.
Kortom, met mij zit het nog niet goed, denk ik!
Auteur Guus