Open brief aan de heer Wilders
Open brief aan de heer Wilders
Zeer hoog geachte heer Wilders,
Er moet mij iets van het hart. Zoals u weet, ben ik natuurlijk al jaren lang een grooot bewonderaar van u. En u kunt het mij niet te gek maken in uw strijd om herstel van die Nederlandse identiteit. Onaangetast door invloeden vanuit Brussel, of vaak nog verder weg, die dat typisch Nederlandse karakter in de weg staan.
En ik blijf u eeuwig dankbaar dat u na 13 jaren van uiterst moeizaam onderhandelen en doorzetten er eindelijk een boerka-wet door hebt gekregen, nadat u de meeste andere en vooral de regerende politieke partijen er glansrijk van heeft kunnen overtuigen dat een boerka-wet die Hollandse gezelligheid van weleer weer zal herstellen.
Tevens strijdt u tegen het on-Nederlandse gebruik om bij begroetingen elkaar geen hand te geven. Laat staan elkaar drie zoenen te geven of met een dikke, vette knuffel onze genegenheid bij het weerzien te onderstrepen.
Maar ondanks al die inspanningen van uw zijde kan ik er niet over uit dat u, nadat die boerka-wet van kracht werd, niet meer let op de handhaving. We hebben politie en BOA’s (Bijzonder OpsporingsAmbtenaren, de naam zegt het al) die deze handhaving (deze naamgeving lijkt mij overduidelijk) actief vorm moeten geven. En hoewel beide groepen hand-havers onderbezet zijn – al weet ik niet wat belangrijker zou kunnen zijn dan handhaving van de boerka-wet – vind ik toch dat u er voor moet pleiten dat ook het leger ingezet wordt.
Kortom: waarom in godsnaam staat u het toe dat er gezichtsbedekkende mondkapjes worden gedragen, dat we elkaar niet meer de hand mogen schudden of andere innige begroetingsrituelen mogen toepassen? Ook niets daarover in uw nieuwe verkiezingsprogramma. Is coronabestrijding voor u werkelijk belangrijker dan die oer-Hollandse identiteit en gezelligheid?
Waarom hoor ik u niet?
Met de meeste hoogachting,
Guus
auteur: Guus