Pensioenakkoord wat is het waard
Pensioenakkoord wat is het waard. Gelukkig, ze zijn eruit. Het kabinet in de personen van premier Rutte en minister Koolmees aan de ene kant en vertegenwoordigers van werkgevers en werknemers aan de andere zijde.
Maar wat houd het akkoord nu precies in? Als je de kranten erop na leest kom je er niet uit. Iedereen gaat er op vooruit, maar dan is de vraag waarom het dan zo lang heeft moeten duren? Pensioenakkoord wat is het waard.
En doorlezend op deze taaie materie, lijkt het erop dat alleen de huidige groep van 45 jarigen erop achteruit zou gaan, ware het niet dat dat dan weer gecompenseerd zou moeten worden. Althans dat is afgesproken, maar: hoe dan???
Samengevat is er een globaal akkoord, wat nog ontzettend veel uitwerking vraagt met alle hindernissen van andere uitleg van dien, dus problemen.
Hoe dat komt? Wel nu, de inzet van de vakbonden was hoger dan het bereikte resultaat. Dat hoort bij onderhandelingen in een polderend land. Maar ja, leg dat maar aan de achterbannen uit; die hadden de onderhandelingsinzet verwacht.
Daarnaast is het een complexe materie. Niet alleen de pensioenen zelf, maar ook de koppeling van overheid en werkgevers&werknemers. De overheid gaat namelijk over de AOW-leeftijd, die dus nu per saldo minder snel stijgt. En de overheid heeft destijds een Pensioenwet in het leven geroepen, die regels kent die deels bepalen hoe de pensioenfondsen met de beheerde gelden mogen omgaan.
En werkgevers en werknemers gaan over de pensioenen zelf, immers zij vormen de besturen van de pensioenfondsen en beheren dus samen die 1.300 miljard in de Hollandse pensioenpotten. Op deze manier heeft er een uitruil plaatsgevonden van eigen gelden van werkgevers en -nemers met de AOW-leeftijdsgrenzen waar de overheid over gaat.
Het is dus een principeakkoord, waar de achterbannen van werkgeversverenigingen en vakbonden nog mee akkoord moeten gaan. Voor de werkgevers worden daarin geen problemen verwacht, want die hebben voor en tijdens de onderhandelingen voldoende afstemming gehad. Maar voor de vakbonden betekent het dat er eerst ledenraadplegingen plaats moeten vinden. Bij de FNV wordt een digitale ledenreferendum gehouden en als (ja, …als?) die akkoord gaan is er nog het ledenparlement van de FNV dat zich erover mag uitspreken. Twee grote hobbels die veel onzekerheid met zich mee brengen. Zeker als er binnen de FNV nu al actiegroepen zijn die oproepen niet akkoord te gaan, omdat met name de AOW-leeftijd niet meer mag stijgen. Ook het ledenparlement heeft al laten weten dat zij hun bestuurders en onderhandelaars veel te positief vinden over het eindresultaat.
Als we dan kijken naar het aantal leden van vakbonden (de zgn organisatiegraad) dan zijn er samen ongeveer 1,7 miljoen vakbondsleden (2017) op een totale beroepsbevolking van 8,9 miljoen werkenden (december 2019). Dat betekent dat zo’n 19% van de beroepsbevolking beslist over een pensioenakkoord dat 8,9 miljoen werkers raakt. En stel nu dat – kijkend naar de FNV met ± 1 miljoen leden dus 11% van die 8,9 miljoen – het FNV-ledenreferendum al dan niet akkoord gaat, wie vertegenwoordigen zij dan? Stel nu dat het FNV-referendum akkoord gaat en daarna het FNV-ledenparlement, een groep van 105 vertegenwoordigers uit de verschillende sectoren, niet akkoord gaat, dan is die scheefgroei in die vertegenwoordiging compleet. Pensioenakkoord wat is het waard
Overigens is dit geen nieuw gegeven, we weten het al jaren. Maar de werkgevers en de overheid zijn blij met deze manke vertegenwoordiging, want zonder de vakbonden kunnen zij geen afspraken maken of zij moeten zelf hun oor te luisteren leggen bij de (beroeps)bevolking en dat willen ze niet.
Conclusie is dat er afspraken zijn gemaakt die nog veel uitwerking naar de consequenties vergen (dus effecten nog niet duidelijk, maar tijdens de verbouwing van het pensioenstelsel gaat de verkoop van het akkoord gewoon door) en of het toch nog doorgaat is met name aan vakbondskant uiterst onzeker. Anders gezegd: reken je rijk, over een bijna pensioen-lijk (nog niet eens in de kast)!