Tegenstrijd op de valreep van Rutte III
Tegenstrijd op de valreep van Rutte III
Als je al moeilijk ligt in de politiek moet je op je laatste dag als bewindspersoon schoon schip maken. Al wordt dat door de kiezer waarschijnlijk anders uitgelegd. Twee voorbeelden ter illustratie.
Mevrouw Broekers-Knol, toenmalig demissionair staatsecretaris voor Justitie en Veiligheid, heeft zich gepermitteerd, gezien de telkens – tegen alle adviezen in – afgebouwde asielvoorzieningen en het daardoor ontstane tekort aan verantwoorde opvanglocaties, de gemeenten Alkmaar, Gorinchem, Enschede, Rotterdam en Venray kort geleden te verplichten opvang te regelen voor honderden asielaanvragers. Tegenstrijd op de valreep van Rutte III
Ander voorbeeld is de heer Knops*, toenmalig demissionair staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, die de financiële steun aan Curaçao heeft stopgezet. Wat is er aan de hand? Wel, Curaçao wordt geconfronteerd met nogal wat Venezolaanse vluchtelingen vanwege de toegenomen voedseltekorten, hoge inflatie en toenemende criminaliteit in Venezuela door toedoen van machthebber de heer Madoru. En natuurlijk moeten die vluchtelingen asiel kunnen aanvragen. Daarom heeft de Nederlandse regering gelden vrijgemaakt, maar houdt nu het laatste deel van die gelden vast. Reden daarvoor is dat Curaçao, ondanks herhaalde oproepen van onze staatssecretaris, de vluchtelingen blijft terugsturen, vluchtelingen per definitie vastzet in kampen, hen mishandelt, doelbewust vluchtelingen scheidt van gezinsleden, hen onder druk zet om akkoord te gaan met terugkeer, en ga zo nog maar een tijd door. Amnesty heeft er opnieuw een rapport aan gewijd (eerder al in 2018).
Goed dat staatssecretaris Knops daartegen wil optreden, want daar is ook alle reden voor. Maar ik vraag me ook iets af. Collega-staatssecretaris Broekers-Knol heeft de vluchtelingen die in Nederland asiel aanvragen, denk dan vooral aan de mensen die Nederland in Afghanistan hebben geholpen, heel erg slecht behandeld en velen mochten – ondanks hun gerede angst voor hun leven en dat van hun dierbaren – niet mee naar Nederland. En toen ze dan eindelijk in Nederland kwamen had mevrouw Broekers, door haar eigen toedoen en vooral nalaten, geen verantwoorde opvang. Ter Apel, de 1e opvangplek, heeft ruimte voor 275 mensen en er werden er 750 opgevangen. De kwaliteit van de opvang is ondermaats.
Mevrouw Broekers heeft vervolgens gemeenten aangewezen om verplicht opvangplaatsen te realiseren. Dat voelde, aldus die gemeenten, als een straf waar een aantal van hen in het verleden juist goed met het C.O.A. (Centraal Orgaan opvang Asielzoekers) hadden samengewerkt. En op haar laatste dag heeft mevrouw Broekers, op grond van de vragen daarover van de heer Pieter Omtzigt, toegegeven dat voor die verplichtende aanwijzing van deze vijf gemeenten geen juridische basis bestond. Tegenstrijd op de valreep van Rutte III
Voorts weten we hoe Nederland in Europees verband medeverantwoordelijk is voor de vluchtelingen die op onder andere Lesbos creperen in kampen. En hoe Polen en Griekenland Europees gesteund worden met geld en goedkeuring om vluchtelingen – tegen internationale verdragen in – terug te sturen, zelfs met hulp van (ook dichte ogen van) Frontex (Europees grensbewaker). En we weten hoe dit tot grof geweld heeft geleid tegen vluchtelingen en hoe de vluchtelingen, die Wit-Rusland niet terug wilde nemen en Polen niet in mochten, in erbarmelijke kou moesten zien te overleven, zonder eten en drinken maar met geweldadige bejegening van beide landen. Dat heeft ook Nederland goed gevonden.
Hoe moet ik dat op één lijn zien te krijgen: wel Curaçao aanpakken over hun ondermaatse behandeling van Venezolaanse vluchtelingen, maar tegelijkertijd vluchtelingen in Nederland slecht behandelen en daarnaast eenzelfde afkeurenswaardige gedragslijn hanteren in Europees verband. En dan wel smokkelaars de schuld geven?
Zeker een gevalletje ‘nieuwe bestuurscultuur’!
*De heer Knops (CDA) had in het verleden in Limburg privégrond gekocht en is daarbij bevoordeeld. Toen dit in de publiciteit kwam is hij als staatssecretaris door zijn ambtenaren bijgestaan met juridische analyses.